Wednesday, September 08, 2010

Oost en West in de ogen van oprechte moslims en oprechte westerlingen

Gisteravond zag ik hoe knap een zeer orthodoxe Moslim door Pauw en Witteman soms met de mond vol tanden zat, toen hij verdedigde hoe wij ons niet moesten bemoeien met de steniging van de weduwe in Iran, die na de dood van haar man een nieuwe relatie had gevonden. De discussie legde ook weer keihard de verschillen bloot tussen “het Westen” en de zogenaamde Islamitische broederschap. De man ontkende de universele geldigheid van de Verklaring van de Universele Rechten van de Mens, omdat het een “product van westers denken” was. Ook had hij het herhaaldelijk over de uitgespeelde rol van “het westen” in de wereld.

Het Islamitische oosten kwam niet aan bod, dat was namelijk de vanzelfsprekende denkwereld waar de man van uitging. De verschillen tussen West en Oost werden dus ook niet door hem besproken, maar overduidelijk bleek hoezeer de Islamitische denkwereld wordt bepaald door “het welzijn van de groep” , met als tegenhanger “het welzijn van het individu” dat in het Westers denken centraal staat.

Aan de orde was de petitie die door velen was ondertekend, gericht aan de Iranese regering. Deze petitie werd door de man een inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Iran gevonden. Men kwam er niet uit, de man bleef op zijn standpunt staan, hoewel ook hij het stenigen als straf smakeloos vond naar zijn zeggen. Maar hij was loyaal de groep, en de groep was “de moslims” in zijn algemeenheid, en “Iran” als staat met een wetgeving waar helaas pindakaas ook steniging van een relatie hebbende weduwen een wettig vonnis was, en waar advocaten niet werden gewenst en op de vlucht gejaagd. Dit punt werd door hem steeds uitgebreid met het thema “het zich superieur voelende Westen” tegenover de miskende rest van de wereld.

Zo zie je wat godsdienst vermag. Hoe uniek en nieuw in de wereldgeschiedenis is de westerse opvatting dat godsdienst en staat gescheiden moeten zijn. Onze TV-moslim was ervan overtuigd dat Allah de hoogste wetgever aan de mensen was, en dat zijn wetten in de Koran stonden verwoord. Geloof en staat kunnen dus niet gescheiden zijn.

Wat zelden wordt ingezien, is dat geloof en staat alleen in het openbare leven te scheiden zijn, maar niet in iemands hoofd. In het Westen wordt onder “scheiding tussen geloof en staat” verstaan de scheiding tussen enerzijds wetten en openbare regels, en anderzijds de manier waarop elk individu die beleeft en integreert met zijn levensopvatting en / of geloof. De wetten worden zo gemaakt, dat dit voor de meeste individuen zonder al te veel problemen zal gaan. In het Oosten is dit omgekeerd: elk individu maakt een onderscheid tussen “geloof en staat” in zijn denk- en gevoelsleven, en weet dat het geloof nu eenmaal “hoger” is dan de staat. Het is daarom logisch dat de staat zich richt naar de geloofswetten, ook al zijn die hard en wreed.

De Westerse oplossing voor het geloofs- en staatprobleem heeft dat Westen een voorsprong gegeven op het Oosten op het gebied van economie en technologie. Niet de hiërarchie in de staat, maar bruikbaarheid op de markt en vindingrijkheid van individuen bepalen het handelen en, vooral, het zich organiseren van mensen in bedrijven, bonden en verenigingen. De afhankelijkheid van het Westen van de grondstof olie werd steeds groter, en dit vergrootte de invloed op het wereldtoneel van de veelal olierijke Islamitische staten, die jaloers werden op het Westen en zich ertegen afzetten, maar ook hun materiële gedrag gingen nadoen om hun rijkdommen tonen. Vooral wordt nadruk gelegd op de “zedeloosheid” en “bandeloosheid” van Westerse staten, mogelijk gemaakt door niet het juiste Islamitische geloof aan te nemen, maar in werkelijkheid dus door de scheiding tussen geloof en staat, waarbij het aan het individu werd overgelaten hoe hij of zij zich zou gedragen, en niet aan de staat die de van God gegeven wetten diende uit te voeren. De levensstandaard en welvaart voor de diverse bevolkingen waren de Islamitische staten een gruwel, want was dat de zogenaamde beloning die die goddelozen toekwam?

In dit hele discours komt Islamisme naar voren als wanhoop, waarbij moordpartijen als martelarendom wordt verheerlijkt. Ook de arrogante, superieure houding van veel moslims die zich continu op hun geloof beroepen, is op die afgunst gebaseerd. Miljoenen arme, ongeletterde mensen gaan de straat op in een aantal Islamitische landen, wanneer in Amerika een handjevol zogenaamde christenen onder veel publiciteit Korans gaat verbranden, of wanneer een Deense krant een “beledigende” cartoon publiceert. Groepen zijn makkelijk te mobiliseren in die landen, zondenbokken makkelijk aan te wijzen en zich onttrekken aan de groepsdruk komt niet voor in het denkraam van de eenvoudige moslim in Afghanistan. Alles wordt bepaald door wat de gezaghebbers als wetgeving zien in de Koran.

Dit moet allemaal in aanmerking worden genomen als je het hiermee niet eens bent. Niet roepen dat je je ondergeschikt maakt aan een vreemd soort godsdienst, maar vermijden te provoceren met anti-islam-uitspraken en handelingen. Die worden alleen maar gebruikt om de vooringenomenheid van veel moslims tegen het rijke “Westen” (voorbijgaand aan de exorbitante rijkdom en uitbuiterij in sommige oliestaten in eigen gelederen) te voeden en haat aan te wakkeren. Tact en respect zijn hier aan de orde in het Westen, niet populisme en islam-haat, daarvoor biedt onze wetgeving de ruimte gelukkig.

No comments: